De werkgever kan ten aanzien van de werknemer die de verplichtingen voortvloeiende uit deze CAO of de arbeidsovereenkomst niet nakomt, de volgende disciplinaire maatregel(en) opleggen:
Schriftelijke berisping.
Het niet toekennen van een automatische periodieke salarisverhoging.
Gehele of gedeeltelijke inhouding van het salaris tot een bedrag van ten hoogste het salaris over een halve maand, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
Al dan niet tijdelijke ontzetting uit de functie en/of indeling in een lagere functie.
Schorsing.
Ontslag.
Bij de in lid 1 sub d genoemde maatregelen kan de werkgever bepalen dat dit gepaard zal gaan met toekenning van een lager functieschaalsalaris dan het op dat moment voor de werknemer geldende.
Bij de in lid 1 sub e genoemde maatregel kan de werkgever bepalen dat dit gepaard zal gaan met inhouding van het salaris.
De werkgever stelt in overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging de voorwaarden vast waaraan moet zijn voldaan voordat een disciplinaire maatregel kan worden toegepast.
De werkgever betracht zorgvuldigheid bij het opleggen van de disciplinaire maatregel.