AVV Helpdesk

Artikel 8 – Vakantie

8.1   Algemeen

Vakantiejaar:

Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar, tenzij met de ondernemingsraad andere afspraken zijn gemaakt. Over deze periode bouwt de medewerker vakantierechten op.

Vakantie-uren met behoud van loon:

De medewerker heeft conform art. 7:610 BW en art. 7:639 BW per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van loon gedurende 182,4 uur per jaar (gebaseerd op een werkweek van gemiddeld 38 uur ofwel een werkdag van gemiddeld 7,6 uur). Bij Wonen is dit 185 uur (gebaseerd op een werkweek van gemiddeld 37 uur ofwel een werkdag van gemiddeld 7,4 uur).

De vakantierechten worden geacht evenredig over het jaar te worden opgebouwd.

De medewerker die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is, heeft recht op een evenredig deel van de in dit artikel genoemde vakantie.

 

Opbouw vakantie-uren:

Voor de opbouw van de vakantie-uren wordt in beginsel uitgegaan van het aantal overeengekomen contracturen (ofwel de basisuren). Als de medewerker op basis van een vakantiejaar meer werkt dan zijn basisuren, dan worden over het meerdere ook vakantie-uren opgebouwd, tenzij de plusuren conform artikel 4 in tijd worden opgenomen.

 

Bepaling op te nemen vakantie-uren:

Bij de bepaling van het aantal op te nemen uren bij (een) vakantie(dag), wordt in beginsel uitgegaan van het aantal uren dat de medewerker volgens zijn rooster zou werken.

Is geen rooster vastgesteld, dan is het aantal op te nemen vakantie-uren in de betreffende week gelijk aan het aantal uren per week dat de medewerker gemiddeld in de laatste 13 weken voorafgaand aan de vakantie heeft gewerkt. Wanneer die referteperiode niet representatief is, wordt uitgegaan van de laatste 52 weken voorafgaande aan de dag van de vakantie.

De medewerker heeft per kalenderjaar recht op twee weken aaneengesloten vakantie.

 

Kopen en verkopen vakantiedagen:

De medewerker heeft het recht om in april van het betreffende jaar maximaal vier extra vakantiedagen (bij parttimers naar rato) per kalenderjaar te kopen. Deze dienen in het kalenderjaar te worden opgenomen waarin ze zijn gekocht. Indien de gekochte vakantiedagen door bijzondere omstandigheden niet in hetzelfde kalenderjaar worden opgenomen, zullen ze uiterlijk op 31 december van dat jaar worden uitbetaald voor hetzelfde bedrag als waarvoor ze zijn gekocht.

De medewerker mag in april van het betreffende jaar maximaal vier (bij parttimers naar rato) in het voorafgaande kalenderjaar opgebouwde maar nog niet opgenomen bovenwettelijke vakantiedagen verkopen.

 

Vakantie tijdens ziekte:

Als de medewerker toestemming heeft gekregen om tijdens de ziekteperiode op vakantie te gaan (zie ook het verzuimreglement in bijlage 2 van deze cao), dan worden deze dagen afgeboekt van het vakantietegoed.

 

Verjaring wettelijke vakantiedagen:

Wettelijke vakantiedagen vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin ze zijn verworven, maar de werkgever mag in overleg met de ondernemingsraad afwijken van deze verjaringstermijn en dan de oude verjaringstermijn van 5 jaar hanteren. De dan afgesproken regeling geldt in dat geval voor alle medewerkers.

Collectieve vakantiedagen:

De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad voor de onderneming ten hoogste 2 dagen per jaar als verplichte collectieve vakantiedagen aanwijzen. Afwijkingen per vestiging en locatie zijn hierbij mogelijk.

Afwijking in overleg met de ondernemingsraad:

Verdere uitvoeringsregels kunnen door de werkgever in overleg met de ondernemingsraad worden vastgesteld.

8.2 Extra vakantie-uren

Medewerkers die op grond van de cao Fashion, Sport & Lifestyle 2016-2018 of de cao VGT 2017-2018 extra vakantie-uren ontvingen vanwege leeftijd of lengte dienstverband, houden deze extra uren. Indien zij gebruik maken van het recht op aanpassing arbeidsduur uit artikel 15, vervallen deze uren echter wel.

 

Over de extra vakantie-uren behoudt de medewerker het recht op zijn normale loon.

 

8.3 Vakantietoeslag

Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei. De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad een ander vakantietoeslagjaar overeenkomen.

De medewerker die het gehele vakantietoeslagjaar in dienst is geweest, ontvangt uiterlijk in de maand juni een bedrag aan vakantietoeslag van 8% over het in het vakantietoeslagjaar feitelijk genoten loon.

Bij oproepcontracten wordt op verzoek van de medewerker de vakantietoeslag in het loon verwerkt en aan het eind van de betalingsperiode uitbetaald.