AVV Helpdesk

6.1 Loondoorbetaling bij ziekte en ongeval

  1. De werknemer die wegens ziekte of ongeval verhinderd is werkzaamheden te verrichten, ontvangt gedurende maximaal 104 weken waarin het uitvoeren van de eigen of vervangende werkzaamheden niet meer mogelijk is van zijn werkgever doorbetaling van (een deel van) het loon.
  2. De loondoorbetaling bedraagt:
  • gedurende een periode van 52 weken 100% van zijn laatst verdiende brutoloon;
  • gedurende de tweede 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW de wettelijke loondoorbetalingsplicht, zijnde 70% van het laatst verdiende brutoloon;
  • na 104 weken eindigt de loondoorbetaling. Indien en voor zover dit tijdvak op grond van de wet wordt verlengd, bedraagt het loon 70% van het laatstverdiende brutoloon.
  1. Afhankelijk van de geïnventariseerde bedrijfsrisico’s biedt de werkgever aan de werknemer de mogelijkheid zich periodiek medisch te laten onderzoeken. Dit heeft als doel om ziekte als gevolg van gezondheidsrisico’s op het werk te voorkomen.
  2. De werkgever en de werknemer zijn in rechten en plichten ten aanzien van ziekte en ongeval gebonden aan de Wet Verbetering Poortwachter.
  3. Na 1 jaar ziekte vervalt de opbouw van bovenwettelijke vakantie-uren.

Tijdens langdurige ziekte, ten gevolge waarvan de werknemer niet in staat is geweest zijn bovenwettelijke vakantiedagen op te nemen, wordt de werknemer, mits niet opgenomen in een ziekenhuis of instelling, geacht zijn bovenwettelijke vakantiedagen op te nemen. De loondoorbetaling tijdens opname van vakantiedagen is 100%.