AVV Helpdesk

2. Indiensttreding en beëindiging

  1. Een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd, dit wordt aangegeven in de individuele arbeidsovereenkomst. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan ook worden aangegaan voor de duur van bepaalde vooraf omschreven werkzaamheden.
  2. Aanstellen en ontslag van werknemers is de verantwoordelijkheid van het bestuur/ de directie van het kringloopbedrijf. Er wordt bij de aanstelling indien mogelijk, afhankelijk van situatie en vacature, geput uit eigen bestand van gesubsidieerde arbeidsplaatsen, gedetacheerden en vrijwilligers.
  3. De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan. In de arbeidsovereenkomst wordt ten minste vermeld:
  • werkgevers- en werknemersgegevens;
  • datum van indiensttreding van de werknemer;
  • de functie, die door de werknemer vervuld zal worden, functieschaal en functiegroep;
  • de tijdsduur waarvoor het dienstverband wordt aangegaan;
  • eventuele proeftijd;
  • opzegtermijn;
  • werktijden;
  • aantal te werken uren;
  • salaris;
  • het aantal vakantiedagen en de hoogte van de vakantietoeslag;
  • de bepaling dat deze cao en de daarbij behorende bijlagen onderdeel van de arbeidsovereenkomst uitmaken en de verklaring dat de werknemer bekend is met de inhoud van deze cao en de daarbij behorende bijlagen en daarmee akkoord gaat.
  1. De arbeidsovereenkomst wordt in tweevoud opgemaakt en door beide partijen ondertekend. Beide partijen ontvangen een exemplaar van de getekende arbeidsovereenkomst.
  2. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege. Bij een tijdelijk dienstverband van 6 maanden of langer, geldt een schriftelijke aanzegplicht, waarbij de werkgever de werknemer uiterlijk een maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, schriftelijk informeert over het wel of niet verlengen van de arbeidsovereenkomst en onder welke voorwaarden hij dit wenst te doen. Partijen kunnen de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussentijds opzeggen met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn.
  3. Onverminderd de ter zake geldende wettelijke bepalingen eindigt de arbeidsovereenkomst:
  • met wederzijds goedvinden op het door de werkgever en werknemer overeengekomen tijdstip;
  • door opzegging door de werkgever na ontvangst van een ontslagvergunning of door de werknemer met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.5;
  • door ontbinding door de kantonrechter op verzoek van de werkgever;
  • door opzegging door de werknemer met inachtneming van de geldende opzegtermijn;
  • door ondertekening door werkgever en werknemer van een vaststellingsovereenkomst
  • door overlijden van de werknemer;
  • door opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever of de werknemer wegens dringende reden, als bedoeld in artikel 7:677, 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
  • indien de werknemer boventallig wordt wegens opheffing van zijn arbeidsplaats, verandering in de organisatie of in het algemeen wegens inkrimping van werkzaamheden, nadat daartoe toestemming is verkregen of verleend door het UWV;
  • door het opheffen van de plaats van vestiging, waaronder niet wordt verstaan de verplaatsing van de onderhavige vestiging binnen een redelijke afstand, na ontvangst van een ontslagvergunning;
  • bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd van de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd; de arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege zonder dat daartoe opzegging is vereist.
  1. Doorwerken na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is mogelijk door middel van:
  • Het aanbieden van een nieuwe arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, welke ingaat op de dag dat de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
  • Het aanbieden van een nieuw arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, welke ingaat op de dag dat de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

Bij doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd zijn de bepalingen uit de ‘Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd’ van toepassing. Zie bijlage 6.

  1. De werkgever heeft het recht om wegens zwaarwegende omstandigheden de werknemer voor een periode van maximaal twee weken te schorsen. Dat kan alleen via een schriftelijke en aangetekende mededeling aan werknemer, waarin de redenen voor de schorsing worden genoemd. Over de duur van de schorsing behoudt de werknemer het recht op doorbetaling van loon.